woensdag 21 september 2016

Omerta

En dan wordt het september en tijd voor de oogst. Doe Maar vertelde ons dat de tijd rijp was. Uit betrouwbare bron wisten we waar de wietteler met de gemakkelijk bereikbare achtertuin woonde. In de late avond van een vroege septemberdag meer dan een kwart eeuw geleden fietsten we met z’n drieën over afgelegen wegen richting het drugshof van Eden. Mijn vrienden zouden snel een paar planten trekken die ik dan in de meegenomen vuilniszak zou proppen. Het was donker maar nog vroeg genoeg om tijdig terug te zijn in onze stamkroeg om de ervaring met onze vrienden te delen en de buit, die ons de winter door moest helpen, te laten zien. We vonden wat we deden goed noch fout. We deden wat Jantje had moeten doen als hij niet zo’n gehoorzame lafbek was geweest. Aan een boom, zo vol geladen, mist men vijf, zes pruimen niet. De zware geur van een weelderige wiettuin in september zal ik nooit vergeten.

De Marokkaanse chef-kok van het restaurant in Amsterdam probeerde aan de interviewer de geuren en smaken uit zijn jeugd uit te leggen. Hij wilde vertellen welk gevoel hij bij zijn oma had, door wie hij liefdevol was opgevoed en wiens bijzondere gerechten, onder meer schapenkop, de rode draad vormden van zijn herinneringen aan vroeger. Hij probeerde te vertellen, in een taal die niet de zijne was, hoe hij, in zijn eigen restaurant, manmoedig de band met zijn oma en met zijn jeugd in stand hield door die smaken en geuren te combineren in gerechten voor fijnproevers. ‘Als ik een schapenkop zie, denk ik aan mijn oma’, zei hij. De Wereld Draait Door reduceerde de woorden tot een lachmomentje in de blooperminuutjes halverwege het programma.

Woorden zijn hun betekenis aan het verliezen. Ervaringen worden vlak na de gebeurtenis als zure, onrijpe vruchten verwerkt in tweets, posts, columns en blogs. Steeds zwaardere, maar al lang doodgegooide woorden zijn de tandeloze munitie in de eeuwige loopgravenoorlog van het debat. Hoe harder men schreeuwt, hoe dover de vijand. En schreeuw je niet mee, dan ben je kanonnenvoer in de duizend-woorden-per-minuutshow van Matthijs van Nieuwkerk.


Alles verliep vlekkeloos. Mijn vrienden hadden in luttele seconden wat planten losgetrokken die ik in de vuilniszak deed. Toen we de buit binnen hadden en als dieven in de nacht wilden vertrekken, vloog de deur open en een woedende man stormde schreeuwend naar buiten. Een wilde achtervolging met fietsen, auto’s, koplampen, sloten en de schreeuwende wietteler volgde. Om ons hachje te redden moesten we het ultieme offer brengen; de vuilniszak. Terug in de moederschoot van onze stamkroeg spraken we af nooit over het gebeurde te spreken. In deze zelfgekozen omerta konden we alle drie op zoek naar onze eigen moraal, kon de gebeurtenis rijpen tot ons eigen verhaal. Zonder woorden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten