woensdag 21 september 2016

Omerta

En dan wordt het september en tijd voor de oogst. Doe Maar vertelde ons dat de tijd rijp was. Uit betrouwbare bron wisten we waar de wietteler met de gemakkelijk bereikbare achtertuin woonde. In de late avond van een vroege septemberdag meer dan een kwart eeuw geleden fietsten we met z’n drieën over afgelegen wegen richting het drugshof van Eden. Mijn vrienden zouden snel een paar planten trekken die ik dan in de meegenomen vuilniszak zou proppen. Het was donker maar nog vroeg genoeg om tijdig terug te zijn in onze stamkroeg om de ervaring met onze vrienden te delen en de buit, die ons de winter door moest helpen, te laten zien. We vonden wat we deden goed noch fout. We deden wat Jantje had moeten doen als hij niet zo’n gehoorzame lafbek was geweest. Aan een boom, zo vol geladen, mist men vijf, zes pruimen niet. De zware geur van een weelderige wiettuin in september zal ik nooit vergeten.