zondag 20 juli 2014

De eendentest


Toen ik enkele weken geleden de Tourgids aanschafte om over de kanshebbers te lezen maar vooral om de etappes te bestuderen was ik lichtelijk teleurgesteld. De enorme hoeveelheid verplaatsingen, zelfs over zee, die bedoeld zijn om de Tour commercieel uit te buiten, saaie etappes met relatief weinig finishes op de top van een berg in de buitencategorie
en Vogezenritten die over het algemeen meer speldenprikjes dan sensatie opleveren, nee, dit zou een saaie Tour worden.

Nu de rook van de eerste twee tourweken nog aan het optrekken is, is mijn mening radicaal veranderd.  Zelden heb ik zoveel spectaculaire etappes gezien en nog nooit hebben renners over zoveel verschillende capaciteiten moeten beschikken om in de top mee te kunnen komen als dit jaar. En overal in het klassement is er strijd, hevige strijd. Renners aan het elastiek die toch terugkomen en zelf een aanval lanceren, ernstige inspanningen die een dag later bekocht worden, plukjes renners die zich, op enkele seconden van elkaar, zwetend en zwoegend een weg naar boven banen met als resultaat zeer kleine verschillen in het algemeen klassement. Overal strijd. Nou, oké, bijna overal. Er is één renner die er met kop en schouders bovenuit steekt. Eén die, al vanaf de heuveletappe in Engeland, duidelijk maakt wie de beste is in deze Tour de France. Eén iemand die de indruk wekt op de fiets onderweg naar de bakker te zijn als hij een Alpencol op fietst. Vicenzo Nibali, de heer en meester van de Tour 2014.

En precies hier wringt de schoen. Ik kan dit niet meer geloven. Er is teveel gebeurd. Een diep wantrouwen tegen zoveel suprematie heeft zich van mij meester gemaakt. Mijn logica zegt mij dat sporters met ongeveer hetzelfde talent, dezelfde lichaamsbouw, hetzelfde materiaal, dezelfde trainingsmethodes en hetzelfde piekmoment (ik zal vast nog enkele variabelen vergeten) ongeveer hetzelfde presteren. En weer gebeurt  dit niet. Jarenlang had ik al hoon over me afgeroepen toen ik bleef beweren dat Armstrong niet te vertrouwen was, dat hij een hardcore dopegebruiker was. En ik had gelijk. Het argument dat uiteindelijk toch iedereen gelijk was omdat iedereen aan de dope was, gaat niet op. De kennis op het gebied van het functioneren van het menselijk lichaam met dope is ingewikkeld. Als je beter dan je concurrentie wil zijn, moet je de beste maar meest gewetenloze dokter met de meeste ervaring op dit terrein vinden om je concurrentie te verslaan. Deze dokter moet bovendien een vorm van exclusiviteit kunnen garanderen, anders heb je er nog niets aan. Geld was dus de onderscheidende factor. Armstrong had dat.

En weer fietst iemand met hetzelfde gemak als Armstrong naar boven. Zo fietste Nibali in ruim 50 minuten de Chamrousse op waar hij de 13 de etappe won. Een tijd waarmee hij in de klimtijdrit van 2001 op dezelfde berg 8ste geworden zou zijn, na mannen als Armstrong en Ullrich maar voor mannen als Menchov en Vinokoerov, met dien verstande dat Nibali, in tegenstelling tot de volledig gedopete top 10 in 2001 er al 177 kilometer door de bergen op had zitten.

Nibali, een renner die jaren voor Liquigas fietste. Een ploeg waarvan ongeveer iedereen, Di Luca, Kreuziger, Bertagnolli, Pozzato, Pelizotti, Beltran wel eens, of nog steeds, geschorst is geweest vanwege een positieve test, schommelingen in het bloedpaspoort of, en dat gold ongeveer voor iedereen, contacten met de verboden dopedokter Ferrari. Hij lijkt, ook in het licht van het USADA-rapport, ongeveer de huisdokter van Liquigas geweest te zijn. Ook Nibali is gezien met de dokter, al ontkent hij in alle toonaarden dat hij de man kent.

Nu fietst hij voor Astana. Astana, u weet wel, die ploeg van Vinokoerov, notoir dopegebruiker en koerskoper. Astana, het team waar Armstrong zijn ‘come back’ durfde te maken, achteraf een logische keuze, dat had de voor 10 jaar geschorste Bruyneel wel goed gezien. Bovendien het team van sportief directeur Martinelli, het ‘brein’ achter de successen van de betreurde junk Pantani. Het team van Contador tijdens de Tourzege die hem, vanwege dopegebruik, ontnomen is. De lijst van namen en feiten die zorgt voor de twijfelachtige reputatie van Astana is lang, ellenlang.

Maar Nibali is nooit betrapt, er zijn geen onregelmatigheden in zijn, onder andere door Erik Breukink, heiligverklaarde bloedpaspoort. De controles zijn streng, er waait een nieuwe wind door het peloton waarvan ook vast een zuchtje Astana bereikt moet hebben. Nee, het is vast vanwege het geld alleen dat Nibali zijn vaderland, waar de dopingjacht zich in volle hevigheid voltrekt, ontvlucht is. Toch?

Het bloedpaspoort is een bijzonder fenomeen. Het gooit allerlei waardes en waarschijnlijkheden bij elkaar, die worden een paar maanden hevig geschud en dan komt er een resultaat uit. Een resultaat waar ik niet gek van zou opkijken als het in de toekomst met succes zou worden aangevochten. Maar de kern van het bloedpaspoort is simpel. Men is ooit, ergens in 2009, begonnen met het verzamelen van bloed- en urinegegevens van renners. Laten we dat moment de nulmeting noemen. Om de waardes van deze nulmeting van bloed en urine moeten de rest van je carrière alle nieuwe metingen binnen bepaalde marges blijven schommelen. Zo schijnt dan te achterhalen te zijn of iemand iets onreglementairs heeft uitgespookt. Een mooi systeem, zo vinden vele wielercoureurs, ploegleiders en wielervolgers. Maar wacht even. Ooit is er een nulmeting gedaan, ook bij Nibali, in zijn Liquigastijd. Experts zullen op de volgende theorie best wat aan te merken hebben, daar ben ik me van bewust. Maar als Nibali al foute dingen deed ten tijde van de invoering van het bloedpaspoort, moet hij dat dus vooral blijven doen, anders loopt hij tegen de lamp. Het is alsof je een cafébezoeker, bij het verlaten van de kroeg een alcoholtest afneemt en zegt: 'Als je ooit achter het stuur kruipt met meer alcohol in je bloed dan nu, ben je erbij.'  Zoals gezegd, experts zullen korte metten maken met deze theorie, gewetenloze doktoren zullen hier juist hun uitdaging zien.


Misschien heb ik het mis en is Nibali (een van) de  eerste grote winnaar(s) in het nieuwe tijdperk. Maar ik denk het niet. Misschien denk ik het niet uit zelfbescherming, dat kan. De jarenlange frustratie rondom de prestaties van Armstrong zit me nog steeds dwars. Het kan zijn dat ik er op deze manier voor zorg niet te boos te worden mocht er een nieuwe zwarte waarheid boven tafel komen. Maar vooralsnog pas ik de simpele eendentest toe op Nibali. De laatste jaren is deze test in de wielerwereld betrouwbaarder gebleken dan welke dopingtest dan ook, er zijn inmiddels immers meer bekentenissen dan dopingbetrapten: als iets eruitziet als een eend, zwemt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het waarschijnlijk een eend. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten