Deze column verscheen in de Groenlose Gids midden in een lockdown.
Het was toch al 5 over 10 en café Kras was nog niet open. Dus klopte de betatoeëerde stamgast, gewezen zeeman, met zijn wandelstok dwingend tegen het slaapkamerraam van Mary en Andries. Zijn ochtendborrel stond onder druk. De ochtendknalpot van ons, 6 vwo’ers met een tussenuur en een jeugdig brutale ingeving, ook. Nadat Andries de deur had geopend, keken we, gezeten aan het schap, arrogant meewarig hoe de stamgasten, sneue alcoholisten vonden wij, aan de stamtafel met het Perzisch tapijtje hun eerste kopstoot nuttigden, hun eerste kaartje legden en hun eerste sjekkie opstaken. Wij gingen terug naar school. Zij bleven tot de avond viel.