Uit de Groenlose Gids van 6-7-2022
Er was een afscheid. We deden een stukje en er was een toespraak. Er werd lof gezwaaid en de spot gedreven maar de slottoespraak van de afscheid nemend voormalig teamleider zelf was het hoogtepunt. Hij was grappig en ontroerend maar zijn toespraak liet vooral een lange geschiedenis zien vol hoogte- en dieptepunten. Ik werd melancholisch en begreep niet waarom; ieder jaar namen er immers collega’s afscheid. De volgende dag wist ik het. Ik besefte dat deze oud-teamleider, conrector, adjunct, of welke titel zijn functie in het continu veranderend bestuurlijk organogram dan ook droeg, van een uitstervend ras was: zelden waren er nog managers die echt deel van de school waren, die jarenlang hun stinkende best deden voor collega’s en voor leerlingen van wie ze ook de ouders kenden omdat ze deel waren van dezelfde gemeenschap. Daarom waren er ook veel oud-collega’s bij zijn afscheid, docenten en leidinggevenden die zelf ook gezichtsbepalend waren geweest voor de school. Regelmatig was ik het oneens met hem. Vaak ook eens. En vooral: uiteindelijk vond hij ook dat de leraar wist hoe de kerntaak, lesgeven, uitgevoerd moest worden, en dat om het even welke leidinggevende kwaliteit daar niets aan zou veranderen.