Als het om poepen gaat, is ons leven één groot eufemisme. We
gaan naar het toilet of naar de WC (waskast) maar wat we daar gaan doen blijft
onuitgesproken. ‘Een grote boodschap doen’ is ouderwets of op zijn best een
eerste kennismaking voor kleine kinderen met het stijlfiguur. Zo leren we dat
je over sommige dingen niet praat. Zelfs als ik in de beslotenheid van mijn
eigen huis zeg dat ik ga poepen
is de reactie van mijn vrouw altijd: ‘Moet je dat nou zó zeggen?’
Toch schamen wij ons niet voor de daad zelf, mijn vrouw en
ik. De badkamer gaat niet op slot en, niet dat we de deur bij elkaar platlopen,
als een van ons er toevallig moet zijn terwijl de ander op de kakdoos zit,
is dat geen probleem. Zo kon het gebeuren dat we er enkele jaren geleden achter
kwamen dat we verschillende manieren hebben om onze billen af te vegen. Nog zo’n
prachtig eufemisme trouwens. Het klinkt eigenlijk heel lieflijk, ‘de billen
afvegen’. Alsof je met een satijnzacht doekje wat kruimeltjes van perfect
gevormde, heerlijk ruikende rondingen aftikt. Het betekent: anus schoonboenen.
Zij doet het zittend, ik ga staan. Het zijn de kleine privéverwonderingen die
een relatie de moeite waard maken.is de reactie van mijn vrouw altijd: ‘Moet je dat nou zó zeggen?’
Toen kwam Sylvia Witteman. Zij werd, God mag weten hoe, voor het eerst geconfronteerd met mensen die gaan staan na het zitten. Het perfecte onderwerp natuurlijk voor La Sylvia. 'Wie veegt er nou staand zijn reet af?’, vroeg zij zich af op Twitter. Zelf is ze blijkbaar een zittenblijver. Aan de discussie die ongetwijfeld volgde, had ik, met excuses voor de woordspeling, schijt. Met het kennisnemen van de tweet was voor mij de kous af, althans dat dacht ik.
Het bleek me toch niet lekker te zitten. Witteman kon er natuurlijk niets aan doen, maar met één onschuldig tweetje maakte ze een eind aan een klein stukje, aan mijn huishouden voorbehouden, exclusieve kennis over de wereld. Het enige wat mij nu nog rest is het antwoord op de vraag waarom sommigen blijven zitten en sommigen gaan staan wereldkundig te maken.
Door te gaan staan, erken je het bestaan van je eigen stront.
Ik hoef niet, zoals Midas Dekkers graag zou willen, uitgebreid alle
kleurschakeringen te bekijken en analyseren maar een kleine blik werp ik er
altijd wel op. Het zorgt ervoor dat ik dagelijks geconfronteerd wordt met het
feit dat ik de energie en voedingsstoffen uit dode planten en dieren gebruikt
heb om zelf nog even verder te kunnen leven. Het is the circle of life in zijn meest stinkende waarheid. Tegelijkertijd
is het een soort aftellen. Je hebt maar zoveel schijtbeurten te gaan, en dit
was er weer een. Natuurlijk denk je dat niet iedere keer bewust maar de
herhaling zorgt wel voor een onbewuste acceptatie van je eigen sterfelijkheid.
Blijven zitten is de andere kant van dezelfde medaille, een onbewuste
ontkenning ervan. Het is natuurlijk niet voor niets dat de dood, naast
poepen, de andere grote waarheid is waar slechts in eufemismen over gesproken
wordt. Het zou me niet verwonderen dat mensen met de grootste doodsangst
zittenblijvers zijn. Mensen die staand hun anus schoonmaken, sterven beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten