‘Keulen’
heeft geleid tot een tsunami aan modern feminisme. Massaal grijpen vrouwen de
gebeurtenissen aan om te wijzen op misstanden in de samenleving. Bijna 50
procent zou slachtoffer zijn van seksuele intimidatie door bouwvakkers, buren
en bekenden. Kunstenaressen gaan naakt de straat op met een bord waarop staat dat
ze ‘er zelfs nú niet om vragen’.
Dat er oog en
aandacht is voor de belangen van vrouwen is een goede zaak, dat vind ik ook. Maar dit slaat door. Onsamenhangend schreeuwen nieuwe feministen om gelijke behandeling. Dat de politiek totaal geen leiding neemt en de biologische en culturele verschillen
tussen mannen en vrouwen volkomen negeert, is mijns inziens een brug te ver. Het
wordt tijd dat de problemen benoemd worden.
Mensen die
dat durven, het benoemen van problemen, worden snel in het hokje van
vrouwenhater gestopt. Dat is onterecht. Ik heb helemaal niets tegen vrouwen, sommige
van mijn beste vrienden zijn vrouw. Bovendien woon ik in een buurt die voor ongeveer
de helft uit vrouwen bestaat. En we zeggen elkaar gewoon gedag.
Waar het om
gaat is dat je kritisch durft te zijn. Dat je man en paard, of beter gezegd,
man en vrouw benoemt. We kunnen er niet langer onder uit. Al
jaren verkeert Nederland, heel Europa zelfs, in een diepe economische crisis. De
hele economie ligt op z’n gat, en de werkloosheid rijst de pan uit. En toch
worden heel veel baantjes ingenomen door vrouwen. Dat is geen vrouwenhaat, dat
zijn de feiten. Feiten waar de media totaal geen aandacht aan wensen te
besteden. Sterker, het zijn feiten die de door de linkse kerk geregeerde en gesubsidieerde media op listige manier weten te verdraaien zodat ze ingezet kunnen worden voor feministische propaganda.
Maar het
probleem ligt niet alleen op abstract economisch niveau. Ook in onze directe
leefomgeving beginnen er situaties te ontstaan waar iedereen last van heeft. De
supermarkt bijvoorbeeld. Als je op zaterdagochtend naar de Albert Heijn wil om
boodschappen te doen, zie je ze van een afstandje al staan. Met z’n allen bij
elkaar geklit met fietstassen vol boodschappen. Altijd vlak voor de ingang, en
ze gaan geen centimeter uit de weg. Ze praten in een of andere geheimtaal. ‘Luis Vitton, Oil of Olaz,
Dove, Dolce en Gabana, Prada, IKEA'. Dan denk ik, praat gewoon Nederlands! En
als ik me langs zo’n groepje heb weten te wurmen, kijk ik onwillekeurig toch
altijd even in m’n portemonnee of m’n credit card er nog in zit. Een simpel samenscholingsverbod voor vrouwen zou al een flink deel van dit probleem wegnemen. Maar daar is de politiek te laf voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten