zondag 31 januari 2016

Vrouwenproblemen

‘Keulen’ heeft geleid tot een tsunami aan modern feminisme. Massaal grijpen vrouwen de gebeurtenissen aan om te wijzen op misstanden in de samenleving. Bijna 50 procent zou slachtoffer zijn van seksuele intimidatie door bouwvakkers, buren en bekenden. Kunstenaressen gaan naakt de straat op met een bord waarop staat dat ze ‘er zelfs nú niet om vragen’. 

Dat er oog en aandacht is voor de belangen van vrouwen is een goede zaak, dat vind ik ook. Maar dit slaat door. Onsamenhangend schreeuwen nieuwe feministen om gelijke behandeling. Dat de politiek totaal geen leiding neemt en de biologische en culturele verschillen tussen mannen en vrouwen volkomen negeert, is mijns inziens een brug te ver. Het wordt tijd dat de problemen benoemd worden.

Mensen die dat durven, het benoemen van problemen, worden snel in het hokje van vrouwenhater gestopt. Dat is onterecht. Ik heb helemaal niets tegen vrouwen, sommige van mijn beste vrienden zijn vrouw. Bovendien woon ik in een buurt die voor ongeveer de helft uit vrouwen bestaat. En we zeggen elkaar gewoon gedag.

Waar het om gaat is dat je kritisch durft te zijn. Dat je man en paard, of beter gezegd, man en vrouw benoemt. We kunnen er niet langer onder uit. Al jaren verkeert Nederland, heel Europa zelfs, in een diepe economische crisis. De hele economie ligt op z’n gat, en de werkloosheid rijst de pan uit. En toch worden heel veel baantjes ingenomen door vrouwen. Dat is geen vrouwenhaat, dat zijn de feiten. Feiten waar de media totaal geen aandacht aan wensen te besteden. Sterker, het zijn feiten die de door de linkse kerk geregeerde en gesubsidieerde media op listige manier weten te verdraaien zodat ze ingezet kunnen worden voor feministische propaganda.

Maar het probleem ligt niet alleen op abstract economisch niveau. Ook in onze directe leefomgeving beginnen er situaties te ontstaan waar iedereen last van heeft. De supermarkt bijvoorbeeld. Als je op zaterdagochtend naar de Albert Heijn wil om boodschappen te doen, zie je ze van een afstandje al staan. Met z’n allen bij elkaar geklit met fietstassen vol boodschappen. Altijd vlak voor de ingang, en ze gaan geen centimeter uit de weg. Ze praten in een of andere geheimtaal. ‘Luis Vitton, Oil of Olaz, Dove, Dolce en Gabana, Prada, IKEA'. Dan denk ik, praat gewoon Nederlands! En als ik me langs zo’n groepje heb weten te wurmen, kijk ik onwillekeurig toch altijd even in m’n portemonnee of m’n credit card er nog in zit. Een simpel samenscholingsverbod voor vrouwen zou al een flink deel van dit probleem wegnemen. Maar daar is de politiek te laf voor.

Zoals gezegd, weinigen durven deze zaken hardop uit te spreken. In onze doorgeslagen drang tot politieke correctheid zijn we een maatschappij aan het creëren die deze druk niet meer aankan. Het kan niet lang meer duren voordat er rellen ontstaan bij een Ladies Night in de bioscoop of er een aanslag gepleegd wordt op een of andere bekende vrouw die zich niets aantrekt van de natuurlijke verhouding. Als ik Linda de Mol of Neelie Kroes was, hetgeen vanwege mijn penis natuurlijk onmogelijk is, zou ik me ernstig zorgen maken. Ik zet hiermee zeker niet aan tot geweld. Ik veroordeel geweld. Maar ik begrijp de emoties die tot een dergelijke uitbarsting kunnen leiden. De eerste feministische golven waren erg genoeg. Zij hebben de weg vrijgemaakt voor blinde tolerantie. De golf die ons land nu overspoelt, kunnen we simpelweg niet meer aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten