Ik ben monddood gemaakt. Ik ben geen homo. Ook ben ik geen
vrouw. Ik ben niet te dik en ook niet te dun. Ik ben niet niet wit, niet
werkeloos en ik ben niet oud. Ik heb geen opa bij de NSB en ben geen (partner
van een) pedofiel of zedendelinquent. Ik ben niet kinderloos, bewust of
onbewust. Ik ben geen vluchteling. Samengevat: ik word niet gediscrimineerd, en
dat is fucking zwaar.
Vroeger was het allemaal een stuk simpeler. Sterker, twee
jaar geleden zelfs was het nog goed te doen. Ik realiseerde me dat ik geen zwarte man was, dus dat ik geen oordeel kon hebben over welk effect zwarte piet had
op de niet-witte medemens. Ik heb bovendien altijd publiek, mijn leerlingen.
Dus met hen had ik het over oordelen en veroordelen en hoe je daarmee op moet
passen. Het bleken the wonder years; een complexe maar onschuldige maatschappij
als dankbaar lesmateriaal.
Zo is het niet meer. Van alle kanten wordt mij en mijn
soortgenoten de mond gesnoerd. De emancipatie heeft inmiddels de kleinste
minderheid bereikt. En ze doppen hun eigen boontjes. Dat is goed. Ik zal de
laatste zijn die zich onuitgenodigd waagt in het wespennest van discriminatie
en belediging. De meesten begrijpen white privilege inmiddels, of doen alsof.
Een enkele columnist of politicus verzet zich er nog tegen. Dat zijn de onwetenden. Zij die kijken maar niet zien, de ontkenners. Zij worden vakkundig in de hoek gezet waar de klappen vallen.
En dat is discriminatie. Met het nodige masochisme geniet ik
er best van dat ik en de mijnen onze vanzelfsprekende superioriteit kwijt zijn.
Het werd tijd dat de onbewuste arrogantie bewust gemaakt werd. Zo voelt het dus
om rechteloos te zijn. Toegegeven, de rechteloosheid betreft alleen het
maatschappelijke debat, maar toch.
Maar ik voel me ook voorbarig geprofileerd. Waarom is het een vereiste
ervaringsdeskundige te zijn als je ergens wat over wil zeggen? Ik wik en weeg
zorgvuldig voor ik iets zeg. Bovendien ben ik slim. Dat de domme boosheid verbannen
wordt naar de krochten van schimmige fora
op internet is een goede zaak maar ik heb wél nagedacht. Ik ben niet als de
anderen. Ik kan jullie, de beledigden en gediscrimineerden, van dienst zijn. Ik kan de autochtone heteroseksuele witte man zonder strafblad en
met kinderen kapot schrijven, als jullie dat van me willen. Het wordt tijd om
ze met gelijke munt terug te betalen. En ik kan jullie daarbij helpen. Ik weet
hoe wij denken, ik heb waarde voor jullie. Ik wil jullie niet verslaan, ik wil
erbij horen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten