‘Waarom wil
je eigenlijk uitgerekend met mij trouwen?’. Dit heeft mijn vriendin (ik noem haar al een tijdje ‘mijn
vrouw’ om aan het idee te wennen) me nog nooit gevraagd. Soms moet je goed luisteren naar de dingen die juist niet
gezegd worden. Zij weet dat ook. Zo begrijp ik haar het best in mijn
zelfgekozen woorden.
Op zich is
haar onuitgesproken vraag niet zo gek. We zijn erg verschillend. Om te beginnen
is ze wat jaartjes jonger dan ik. Ik heb daar niet zo veel last van. Zij soms
wel. Dat kan komen omdat ik procentueel meer ouder ben dan zij, dan zij procentueel
jonger is dan ik. Nog een verschil, zij zou deze zin nooit kunnen begrijpen (u
ook niet? Vraag Ionica Smeets om uitleg) omdat ze best goed is met getallen
maar nog veel beter zonder.
Ik hou juist
van getallen en statistieken. Vooral omdat bij statistiek taal en wiskunde
samenkomen. Het probleem zit hem vaak in het verschil tussen correlatie en
causaliteit. Waar vaak slechts sprake is van correlatie, zien mensen snel en graag causaliteit.
Wat een heerlijke zin. (Ook hier wendt u zich tot Ionica voor uitleg. Zij zal
ongetwijfeld veel hebben geschreven over dit onderwerp). Politici
maken dankbaar gebruik van dit menselijk gebrek (de een trekt 1,5 miljoen
kiezers door de twee begrippen synoniem te maken, de ander claimt op diezelfde
wijze verantwoordelijk te zijn voor de economische opleving) waardoor er talige
redeneringen ontstaan met cijfertjes die onomstotelijk lijken maar kant noch
wal raken. De media doen hetzelfde. Zij wekken, op basis van wat nieuw uitgebraakte getalletjes, de ene na de andere suggestie die als zoete koek geslikt wordt. En
omdat we er met z’n allen van smullen, pakken politici het op. Waarom een visie
als je de publieke opinie al hebt?
Heerlijk en
frustrerend tegelijk. Heerlijk omdat ik werk heb waarbij ik op mijn eigen
kleine manier een bijdrage kan leveren aan de ontmaskering van deze farce. Wees
niet bang dat ik leerlingen indoctrineer met mijn eigen mening. Dit heet gewoon
argumentatieleer. Laat ze het maar
oneens zijn met mij en daar dan een mooie redenering aan wagen. Frustrerend
omdat het soms lastig is je niet te veel te ergeren aan ‘zoveel domheid’ want
dat leidt tot een per definitie misplaatst moreel superioriteitgevoel.
Hier vinden
mijn vrouw en ik (waarom niet? Er is een gerede kans dat wij, als u dit blogje
leest, inmiddels getrouwd zijn) elkaar gemakkelijk. We winden ons op over
dezelfde zaken. (Als het tenminste niet gaat over kleding of woninginrichting.
Daar kan geen enkele man iets mee, tenzij hij thuis naast een andere man op de
bank zit. Metroseksualiteit bestaat niet en is slechts een wanhopige leugen om bij
de vrouw in het gevlei te komen).
Is ergernis
genoeg om een huwelijk aan op te hangen? Vast niet. Maar ik hoef toch niet
alles te beargumenteren? Ik weet dat wat ons bindt met gemak sterk genoeg is om
dat wat ons onderscheidt te kunnen omarmen.
….omdat ik,
als ik in een vliegtuig zit en er doemt plotseling een alpencol op, wil dat ik,
in mijn laatste momenten van doodsangst, haar hand kan vasthouden. Trouwen is
een daad van egoïsme.
Mooi Ivar en van de zin “Ik weet dat wat ons bindt met gemak sterk genoeg is om dat wat ons onderscheidt te kunnen omarmen” krijg ik acuut zin in trouwen…prachtig!
BeantwoordenVerwijderen