Het geroezemoes op school is terug. Het klinkt zoals ik het me herinner uit de kelder van het Marianum. De plek waar vroeger conciërge Nico de bezem zwaaide, Jezus vanuit een Deux Chevaux over ons waakte en waar geen docent zich waagde. Het was er gezellig. Er werd gekletst en gekaart, gelezen en gelachen.
Toen de smartphone ons leven en dus ook het onderwijs binnen
denderde leek het allemaal prachtig. Hippe trainers van kekke bureautjes
maakten ons wegwijs in schier-oneindige mogelijkheden. Het lesaanbod zou
gevarieerder worden, leerlingen gemotiveerder en de onderwijskwaliteit zou
skyrocketen. Het tegendeel bleek waar. We raakten verslaafd en de drugs gingen
mee het lokaal in. Het gevolg: de mentale gezondheid, het concentratievermogen
en de leer- en leesvaardigheid holden achteruit. De zombieficering was een
feit. We stonden erbij maar staarden ook zelf naar een scherm.
De kelder is een machinekamer geworden, Nico heeft
plaatsgenomen naast Jezus maar de gangen en de aula op school ademen weer een
beetje dezelfde sfeer. Te laat, maar beter laat dan nooit, werd de mobiel
verbannen naar de kluis. De levendigheid kwam terug. Inmiddels wordt er gekaart
en geschaakt en hebben sommigen zelfs een boek in de hand. We hebben nog een
weg te gaan maar het begin is er. Tussen half 9 en half 4 worden de leerlingen
niet meer hun scherm ingezogen, zijn de gesprekken terug, is er weer aandacht
voor elkaar en, met een beetje geluk, volgen de prestaties vanzelf.
Goed nieuws dus. Toch staan we op het punt dezelfde fout te
maken. Kunstmatige intelligentie is ons leven, dus ook de school, binnen
gedenderd. Kekke bureautjes met hippe trainers vertellen ons hoe AI alles gaat
veranderen; hoe AI lessen kan ontwikkelen, hoe het leerlingen slimmer kan maken
en hoe de onderwijskwaliteit dus gaat skyrocketen. De mogelijkheden zijn
eindeloos. Niemand wil de boot missen en iedereen loopt, gehypnotiseerd door de
gouden beloftes, als lemmingen richting een nieuwe afgrond.
Het gaat als met de smartphone. AI creëert een generatie die
zichzelf aanwent iedere opdracht te prompten. En met ieder zielloze werkstuk,
iedere geïmiteerde opdracht en iedere geautomatiseerde samenvatting die uit de
plagiaatmachines van de techmiljardairs rolt, zal de leerling minder leren
nadenken. Tot het punt waarop geen enkele leerling zelf nog iets durft te doen.
Bang om iets te creëren vanuit het niets, bang om fouten te maken. Totdat er
alleen nog leegte is; niets meer om trots op te zijn. Misschien is het slim
niet nog een keer te dagdromen over wat we hopen te winnen maar na te denken
over wat we dreigen te verliezen. De smartphone is weg, het geroezemoes terug.
Daar moeten we heel zuinig op zijn.
Maar misschien heb ik het mis. Ik vraag het ChatGPT wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten